Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Lambertus van den Brand (1928 - 1991)

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Lambertus van den Brand
Lambertus van den Brand (1928 - 1991) 01.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Lambertus van den Brand
Roepnaam Bertus
Geboorteplaats Schijndel
Geboortedatum 26 april 1928
Overl.plaats Vught
Overl.datum 13 mei 1991
Partner(s) Cathrina Oda (Toos) van Schijndel
Beroep(en) Lambertus van den Brand (1928 - 1991) 02.jpg

Lambertus (Bertus) van den Brand[1][bewerken | brontekst bewerken]

Zoon van: Adrianus van den Brand en Adriana van Oorschot
Geboren: 26 april 1928 te Schijndel
Toenmalig adres: Molenstraat 16
Legerplaats: Arnhem Coehoornkazerne Garde Reg. Prinses Irene
Legeronderdeel: Staf cie 434 Bat.Inf.
Legernummer 280426700
Rang/functie: soldaat/oppasser aalmoezenier
Datum vertrek naar Nederlands-Indië: 28 september 1949
Naam van de boot: Volendam
Verblijf op: Sumatra - Java - Celebes
Datum terugkomst: 8 december 1950
Naam van de boot: Zuiderkruis
Overleden: 13 mei 1991 te Vught

Herrinneringen van Bertus[bewerken | brontekst bewerken]

Omdat Bertus hoofdleider was van de toenmalige KAJ heeft hij een poosje uitstel gekregen van militaire dienst om daarna op 17 maart 1949 toch weer opgeroepen te worden bij de Garde Regiment Prinses Irene Coehoornkazerne in Arnhem.
Bertus vertrok vanuit Nederland met de Volendam op 28 september 1949 en passeerde de Kreeftskeerkring op 11 oktober 1949. Na 29 dagen gevaren te hebben komen ze dan aan op Pasjar Besang. Op 26 oktober 1949 worden de jongens daar ontscheept.
Bertus heeft zijn militaire dienstervaring heel positief beleefd en had het achteraf niet willen missen. Hij heeft geen aparte acties meegemaakt; is ook niet ziek of gewond geweest. Behalve patrouille lopen en op wacht staan en zoal meer, was hij het "maatje" van de aalmoezenier en had hij de opdracht hem met een en ander te helpen. Het katholicisme, het vrome leven, was in die tijd anders dan in 1997. Met het thuisfront liepen de contacten voortreffelijk. Bertus kreeg heel veel brieven van thuis, van vrienden en bekenden, van de KAJ en niet te vergeten van enkele zogenaamde "correspondentie-vriendinnen", zowel uit Schijndel als daarbuiten.
Hij ontving elke week wel een paar keer post, maar schreef zelf ook veel naar eenieder terug. Hij zat altijd te schrijven over de reis, de diensttijd, het land met zijn mooie natuur, over de mensen hoe zij daar leefden en werkten, over de cultuur enzovoorts.

Een verhaal van Toos van Schijndel[bewerken | brontekst bewerken]

Een verhaal is mij altijd bijgebleven. dat heb ik zo vaak horen vertellen.
De jongens sliepen in een grote tent. Het was diep in de nacht pikdonker. Bertus lag zowat in het midden van z'n rij. Hij kon niet slapen, opeens hoorde hij iets zachtjes en vlug. Wat zal dat toch zijn? Hij hield zijn adem in, het kwam dichterbij.
Zoals ik hem nog hoor zeggen: "Ik was doodsbang". Waarom doet niemand iets, waarom zegt niemand iets? Ligt dan werkelijk iedereen te slapen, is hij de enige die wat hoort? Minuten duren uren en de angst brak hem uit. Dan gaat er iets of iemand zachtjes voorbij. Bertus doet alsof hij slaapt. Het geluid gaat verder en verder. Dan schreeuwt Bertus heel erg hard en iedereen is meteen wakker. Wat is er aan de hand? Wat is er gebreurd?
'n Zwarte plopper rent de tent uit met nog wat geweren in de hand en verdwijnt in het donker.
Buiten gekomen zien de soldaten nog wat geweren en munitie liggen die de zwarten verzameld hadden en niet meer mee konden nemen door het onverwachte alarm.
Of er iemand op wacht stond en of die toen ook lag te slapen weet ik niet. Niemand was iets letsel aangedaan.
Dit verhaal is echt gebeurd.
Ik weet heel goed dat dit niets is vergeleken met veel jongens in die periode of daarvoor, die heel wat andere dingen meegemaakt hebben en gewond zijn geraakt of die tijdens de oorlog daar het leven hebben moeten geven. Jammer, heel jammer voor die jongens en voor het thuisfront. Toch meen ik dit namens mijn man te moeten schrijven.

Krantenartikel.[2][bewerken | brontekst bewerken]

GEREPATRIEERD.
Met het s.s. Zuiderkruis repatrieerden wederom twee Schijndelse militairen uit Indonesië. Het waren deze keer Herman Rademaker (Stationsstraat) en Lambert v. d. Brand (Sint Servatiusstraat). De diverse buurtbewoners hadden voor een passende versiering aan huis gezorgd, terwijl namens hen ook nuttige cadeaus werden aangeboden. Kath. Thuisfront was natuurlijk ook weer present, terwijl vrienden en bekenden hun gelukwensen kwamen aanbieden. Mogen wij hopen dat ook deze jongens spoedig hun weg zullen vinden in de burgermaatschappij

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Herinneringsboek van Schijndelse militairen in Nederlands-Indië "Hop en Palmen".
  2. Schijndelse Krant 6 januari 1951