Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Kindersterfte Mazelen 1953

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Kindersterfte aan mazelen in 1953

Opgetekend uit de mond van de moeder van Jos van Aarle (1954) in het Hermalen
1953 was een jaar waarin veel kinderen aan de mazelen stierven. Al onze kinderen hadden de mazelen al gehad en er goed beter van geworden. Ons Josje was met 11 maanden de kleinste en de laatste die er nog van te lijden had. Ik weet nog dat hij ziek in zijn bedje lag terwijl ik den herd - waar toen fietsen in stonden - aan het uitvegen was en hij zich af en toe liet horen. Hij zag er slecht uit en wilde niet gauw genoeg beter worden. Dokter van den Meerendonk, die ik had laten komen stuurde ons door.
Toontje Wouters, de enige in het Hermalen die toen een auto had, heeft ons naar het Ziekengasthuis in ’s Hertogenbosch gebracht. Dat was toen nog van de Duitse Zusters. Op een hoog plateau werd het kind onderzocht, terwijl ik er bijzat. Nóóit vergeet ik de uitdrukking op het gezicht van dat kind. Tijdens het onderzoek bleef hij maar met zijn kopje naar links en rechts draaien om mij in het oog te kunnen houden. Op een vraag van de zuster antwoordde ik dat het kind alles nog wel wilde eten.
Ze schreef op: ‘Hij at alles’. Toen begreep ik dat er geen hoop meer was. Men droeg het kind weg naar een andere zaal. Ik wilde het nog zo graag even zien, daarom klom ik in de gang op een verhoog om door het glas te kunnen kijken. Er zat al een zuster bij te bidden met een rozenkrans in de hand.
Enkele dagen later belden ze dat het stervende was, maar waarschijnlijk was het toen al dood. Harrie reed op zijn ‘Boy’ naar ’s Hertogenbosch, die onderwegen ook nog kapot ging. Met Toontje Wouters ben ik nog naar de rouwkamer van het ziekenhuis gegaan. Er lagen daar toen veel kleine kinderen en maar één volwassene. Op de dag van de uitvaart zaten we bij Fassbender in de auto. Het kleine lijkkistje stond op de achterbank. Onze Henk, die toen zes jaar oud was, zei: “Daar zitten zeker zijn spullekens in?”
Altijd heb ik spijt gehad dat ik niet eerder de dokter gebeld had, maar al de anderen waren toch ook goed beter geworden. Dokter van den Meerendonk heeft veel voor ons huishouden gedaan. Hij was er altijd meteen als ik hem belde. Toen een ander kind behoorlijk ziek werd nam hij extra snel maatregelen. “We zijn er hier al ene kwijt”, zei hij eens tegen mij.