Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Joods leven in Schijndel

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Boxtel den 22e September 1825

Aan De Edele Groot Achtbare Heren Gedeputeerde Staten der Provincie Noord-Brabant.

Bij het door mij ingezonden bericht en consideratien onder dato 31;e Augustus n:o 71 is onder n:o 2 litt. Ij voorgelegd, het door mij gerequireerde bericht van den Here Burgemeester van Schijndel dato 24:e Augustus 1825, n:o 57 aan 't slot van hetwelke gezegd worde:

Dat eindelijk de joden dezer en naburige Gemeenten de gewoonte hebben, hunne Doden op een hoge Streck Heide, alhier te begraven, dat een en andermaal door dezelve bij mij aanzoek tot het in eigendom verkrijgen van gezegd gedeelte is gedaan, en er bij mij gene redenen tot het niet voldoen aan derzelver verzoek, zonder enige betaling bestaan.

Deze Zaak, hoe wel niet die der algemene buiten Kerkhoven, in eenig verband staande, schijnt mij echter toe, niet direct tot dezelve te behooren, ten minsten gemakkelijk er van afgescheiden, er afzonderlijk behandeld te kunnen worden.

De Godsdienstige instellingen der joden schijnen te vorderen, dat zij hunne Doden begraven op afzonderlijke kerkhoven, afgescheiden van de assche van die hunner natuurgenoten van andere Godsdiensten.

Daar deze Godsdienstige instelling geensints strijdig is, met de wetten des Lands, en gene Maatschappelijke inrigtingen er door gestoord worden.

Daar bovendien het begraven van Doden op een open woeste Heijde, waar dezelve niet veilig liggen, en de graven of gedenktekens, die de Joden veel al bij deze hunne graven oprichten, bloot staan aan baldadigheden en vernielingen strijdig met dien Eerbied, die men aan de Asschen der afgestorvene schuldig is, zo geloof ik, de vrijheidte mogen nemen aan UEDGroot Achtbare eerbiedig voor te stellen, Den Raad der Gemeente van Schijndel, overeenkomstig het verzoek van den Here Burgemeester te authoriseren om aan de leden van het Israelitisch kerkgenoodschap te Schijndel, en nabij gelegen Gemeenten woonachtig in vollen vrijen eigendom zonder enige betaling af te staan dat gedeelte Heijde, waar op zij tot hier toe hunne Doden hebben begraven ten grootte van een Buunder of minder of meerder, ter beoordeling van den Raad der gemeente onder de volgende voorwaarden
1:e Dat zij het gemelde Terrein zo als het hun zal worden aangemeten, behoorlijk zullen doen omgraven, omtuinen en van ene goede afsluiting voorzien.
2:e Dat door hun zullen worden betaald de kosten van opmeten, afsteken, Transport, Registratie etc. Dit voorstel echter Eerbiedig onderwerpende aan UEGroot Achtb. meer verligt oordeel,

De Provisioneel Fungerende
Distrikt Schout van Boxtel
Speelman van Wulnerhorst (?)

Het antwoord op deze brief luidde:


6 Sept. 1825 Litt.G
Aan den prov. fung.D.Schout van Boxtel 12
DIV.Ficie 13

Daar volgens de bestaande verordeningen geene gemeentes eigendommen zonder voor afgaande autorisatie van Zijne Maj. kunnen worden afgestaan, vermeenen wij zwarigheid te moeten maken, om op den voet bij UwEg. missieve van den 2;e dezer voorgedragen het gemeentebestuur van Schijndel te magtigen, om aan de joden van Schijndel en omliggende gemeente het daarbij bedoelde perceel heide tot het aanleggen van een kerkhof te transporteren, maar achten het noodig dat door het gezegde bestuur hiertoe bij eene deliberatie 11 de noodige voordragt worde gedaan, welke door ons alsdan aan het Departement van Binnenl Zaken met concideratien zal worden ingezonden.
De Gedep. Staten
F.X.V.