Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Jan van Tartwijk

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jan van Tartwijk
Jan van Tartwijk.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Jan van Tartwijk
Roepnaam Jan
Geboortedatum 19 mei 1926

Jan van Tartwijk [1][bewerken | brontekst bewerken]

Zoon van: Marinus van Tartwijk en Helena Jozina Bijnen
Geboren: 19 mei 1926
Toenmalig adres: Wijbosscheweg 34
Legerplaats: Bergen op Zoom
Legeronderdeel: 4 - 3 - R.I.
Legernummer: 260519114
Rang/functie: soldaat
Datum vertrek naar Nederlands-Indië: 28 maart 1947
Naam van de boot: Sloterdijk
Verblijf op: Java
Datum terugkomst: 25 februari 1950
Naam van de boot: Louis Pasteur
Laatst bekende woonplaats: Eindhoven

Herinneringen van Jan[bewerken | brontekst bewerken]

Een van de eerste legeringen, waar we terecht kwamen was in Mr. Cornelis. Het was een mooie lange straat met stenen huizen, waarin voorheen personeel van de staatsspoorwegen had gewoond. Elk huis werd bezet door een groep van 8 man, in elke woonruimte twee. Onze dienst bestond voornamelijk uit bewaking en veldoefening.
Op een zekere dag, toen we terugkwamen van zo'n oefening, hoorden we een schot vallen. Wat was er gebeurd? Mijn kamergenoot, die op wacht was geweest en dus niet mee op oefening, zou zijn geweer gaan schoonmaken. Kennelijk had hij iets vergeten te doen of sliep misschien nog half, toen hij met zijn vingers aan de trekker kwam met als gevolg dat het schot afging. Nu op onderzoek uit, waar de kogel was gebleven. In eerste instantie konden we niets vinden, geen enkel spoor op de muren of op de grond, niets was er te zien. Maar toen ik mijn plunjezak verzette was het mysterie gauw opgelost. Er zat een klein gaatje in. Alles er uit en daar hadden we het projectiel, gesmoord in mijn van huis meegekregen enveloppen. Op een paar na kon ik ze wel weggooien, ze waren niet meer te gebruiken. Met het restantje kon ik nog wel even vooruit. Hoewel ik nooit te kort ben gekomen, want mij slapie Jo had er genoeg. Daarbij komt, dat niet zolang daarna het beroemde luchtpostblad werd ingevoerd.
Inmiddels zaten we al zo'n 15 maanden in de tropen en begonnen uniformen en schoenen al aardig te slijten. Zeker die, welke dagelijks gebruikt en gewassen werden. Dat wassen ging niet zo zachtzinnig met al dat slaan op die grote stenen.
De foerier had al menig keer om vervanging verzocht. Zonder resultaat, wel toezeggingen. Op 'n gegeven ogenblik, geheel onverwacht, zou er wat komen. En jawel hoor, toen de foeragewagen terug kwam in het kampement waren er behalve de dagelijkse foerage ook spullen voor de foerier. Helaas, helaas, het waren niet de uniformen om dienst in te doen, het waren er om in te slapen! Ja, wat werden we verwend. 's-Avonds voor donker liepen we met z'n allen door het kampement, in pyama om te laten zien hoe trots we waren met onze nieuwe aanwinst. Zelfs de adjudant vond het prachtig en dat wil wat zeggen.
Na 2 1/2 jaar in hetzelfde regentschap vertoeft te hebben gingen we verhuizen naar een geheel andere streek. We kwamen nu meer in het zuidwesten van Java, in Bantam, Ons peloton kwam in de plaats Tjikotok, In deze plaats was ook een rode-kruis-hospitaal, bemand door zes verpleegkundigen, die de dagelijkse polikliniek verzorgden voor de lokale bevolking, die van heinde en verre hier naar toe kwam.
Met het burgerbestuur was afgesproken, dat de zusters van het ziekenhuis op drie plaatsen de bevolking zou gaan inenten tegen pokken. Wij waren al eerder ingeënt, want het was daar een gebied, waar pokken nogal voorkwam. We vertrokken 's-morgens al heel vroeg, want het was een heel eind en ze konden er met de auto niet komen, omdat de bruggen er uit lagen.
Enfin, na veel klim-, klauter- en glijpartijen kwamen we op de plaats van bestemming. De bevolking was al present en het enten kon beginnen. De drie zusters die dat zouden doen gingen hun spullen klaarzetten. Wij, de militairen, namen onze posities in, want je moest toch op je hoede zijn en enkele anderen hielpen de zusters met het desinfecteren van de armen, wat wel nodig was.
De mensen, die daar woonden, hadden het echt niet breed. Toen we hier klaar waren, hebben we de andere twee plaatsen ook nog bezocht. De mensen waren echt dankbaar, dat dit voor hen was gedaan. 's-Avonds, toen we weer terug waren en lekker gemandiet hadden, hadden we ook een goed gevoel.
Over hoe de contacten met het thuisfront verliepen kan ik niets anders zeggen dan dat die heel goed waren. Zo was er eens de gelegenheid om groeten over te brengen en wel door middel van het gesproken woord op een glazen plaat. Toen ik deze plaat ontving was er geen gelegenheid om ze te beluisteren, want we hadden geen grammofoon. Maar het duurde niet lang of we hadden er eentje op de kop getikt en kon de plaat eindelijk worden afgespeeld. Aan de ene kant stonden groeten met een verhaal en aan de andere kant zongen mijn zusjes met tot slot juffrouw De Louwere, die zei..."en de groeten van Katholiek Thuisfront". Die plaat is vaak gedraaid totdat iedereen wist wanneer kwam "de groeten van het Katholiek Thuisfront...-front...,-front..., omdat door het vele gebruik de naald op het laatst bleef hangen. Met dit verhaaltje wil ik maar zeggen, dat alles, wat alle medewerkers van het Katholiek Thuisfront hebben gedaan door dit allemaal mogelijk te maken, zeer op prijs werd gestel door ons allemaal.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Herinneringsboek van Schijndelse militairen in Nederlands-Indië "Hop en Palmen".