Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Herberg De Drie Haringen

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Herberg De Drie Haringen
Gebruik herberg
Sluiting 1955

Herberg "De Drie Haringen"

Veel Schijndelaren zullen zich deze naam wel herinneren. De Drie Haringen was een huis met erf dat op de zuid-oosthoek van de Heikantstraat en de Korte Heikantstraat stond. Het huis werd omstreeks 1948 aangekocht door de Koninklijke Kousenfabriek Jansen de Wit. Wegens uitbreiding van deze fabriek werd het pand in 1955 gesloopt. De naamgeving zou er op kunnen wijzen dat het huis/de herberg behoorlijk oud kan zijn.

Periode van 1750 tot ca. 1800.

De Naam

Nadat het haringkaken begin l4e eeuw was uitgevonden door Willem Beukelsz van Biervliet, werd haring volksvoedsel. Haring eten werd zo populair, dat veel herbergen het woord haring in hun naam gingen gebruiken. Het getal drie wordt nog steeds mythisch gebruikt. Denk maar eens aan namen als "De Drie Linden", "Drie Hoefijzers", "De Drie Zwaantjes". En wat te denken van: drie maal hiep hiep hiep hoera, ik tel tot drie en dan ..., de heilige drieëenheid. Het getal drie speelt een zeer grote rol in ons leven. Drie stelt het getal van de volmaaktheid voor, drie is ook het getal dat evenwicht betekent.

De Herberg

Bij een publieke verkoop op 9 april 1751 kocht ene Jan Jan Rutten van Dijk een huis met schuur, schop en stallen (paarden), ter plaatse genaamd de Drie Haringen. Het was gelegen in het Lutteleind. Aan het huis/de herberg moest erg veel opgeknapt worden. Het was een grote bouwval. Er zaten gaten in de vloeren. De wanden tussen keuken en achterhuis moesten geheel vernieuwd worden. De keldervloer lag vol slijk en de trap was "onbequaam". Ook de stal met zijn wanden van fitselsteck was slecht. De paardenbakken en "reepen" waren onbruikbaar. Het dak van de stal zat vol met gaten. Jan Jan Rutten van Dijk heeft de Drie Haringen weer snel verkocht, en wel op 1 juni 1751. Aan wie is onbekend.

De Grote Brabantse Zwijgende Landtoll

Op 2 oktober 1765 verhuurt Mathijs Simon Verhagen de Drie Haringen voor 4 jaar aan Jan Geert Schaarenburg, commies van de grote brabantse zwijgende landtoll. De omschrijving luidde als volgt: "huis, schuur en hof van oudts genaamt de Drie Haringen". De huur bedroeg 40 Carolen (20 stuivers per stuk). Na 2 jaar kon de huur opgezegd worden. Het perceel was 2 loopense groot. De reparaties kwamen voor rekening van de verhuurder. De tuin zou Mathijs Verhagen bijhouden. Mathijs verhuurt dit alles als voogd van zijn 5 onmondige kinderen, "verweckt" bij Annemie Jan Anthony Verhoeven. Het is waarschijnlijk dat de kinderen van Mathijs dit bezit geërfd hebben van moederskant, omdat niet Mathijs, maar zijn kinderen erfden. Zeer slecht en ondigt.... Op 20 juni 1771 werd er een inspectie uitgevoerd op verzoek van Willem van Aggelen. Hij was na een erfmangeling (ruiling van erfgoed) met Mathijs Simon Verhagen aan dit bezit gekomen. Deze erfmangeling werd op 16 januari 1771 aangegaan. Bij deze inspectie heeft men het over een huis met schuur en stallen "aen de heykant, zijnde van outs genaemt de drie haringen". De inspectie leverde het volgende op:

De lemen wand aan de zijde van Rut van den Dollart was "zeer vergankelijk en ondigt" De lemen vloer in de kamer en in het voorhuis was zeer slecht. De zolder boven het woonhuis en de stal verkeerde ook in zeer slechte staat. De kelder had zelfs geen vloer en alle wanden van het huis waren "slegt en ondigt". Verder was het dak "op de schilt naest het hekken boven de kelder zeer slegt en ondigt". Uit alles blijkt dat het huis na 20 jaar (1751) weer in een zeer slechte staat verkeerde.

Op 15 september 1775 verkoopt Willem van Aggelen het huis, schuur, hof en aangelag voor duizend gulden aan Albertus Dortmans. Zeshonderd gulden moest contant betaald worden, het resterende bedrag binnen vier jaar. Albertus Dortmans moest behalve ‘s Lands verpondingen" beede en dorpslasten betalen. Daarnaast betaalde hij 5 gulden aan het St. Martens Gasthuis in Den Bosch.

In het jaar 1794 woonde op de Drie Haringen ene Klaas van Heesch. Hij was toen voortvluchtig. Hij werd verdacht van moord op Hendrik Aart van Kilsdonck, die op 9 maart 1794 vermoord was.

Leuvense tiende van 1779

De Drie Haringen was ook het 25e clamp bij de verdeling van de Leuvense tiende van 1779:

"Begint aan ‘t Hekken van de drie Haringen, zoo voorts neffens het Huisje van Martinus van den Berg, bewoond wordende bij Johannis van der stappen, zoo voorts door de Weg lopende na het

Weybosch tot aan en om de hoek van 't Land van Geert Geling Gevers, zoo voorts tot aan en om den hoek van ”t Land van Jan Peters van der Spank, tot aan 't Veldhekken by ‘t Weybosch, zoo om den hoek van het Land van Johannis Willems van Kessel, van daar tot by, en om het Hoefke van Heer van Blaartlum, over de Plyn tot aan en om den hoek van de Erve van Ian Timmermans, tot aan en om den anderen hoek van de Erve Anthony van Grinsven, tot aan de Hekken van de Drie Haringen voorschreven".

Uitleg Landtoll

Na 1629 werd er een nieuwe tol geheven, dat werd "den grooten Brabantse Swijgende Landtol ". Voor 1629 werd tol geheven op goederen die door vreemde koopluí in Brabant werden ingevoerd en goederen die door Brabantse kooplui buiten Brabant werden verkocht. Na 1629 werd alle koopwaar die men buiten het eigen dorp verkocht met deze nieuwe tol belast, dit tot groot ongenoegen van de Brabantse handelaren en koopluí.