Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Germaanse en Keltische heiligdommen

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Germaanse en Keltische heiligdommen[1]

Met de verovering van grote delen van Europa zorgden de Romeinen ook voor ingrijpende veranderingen in de Germaanse en Keltische streken. Maar met de val van het Romeinse rijk veranderde nog meer: volkeren en stammen verlieten hun woonplek en verhuisden naar andere oorden. Daarbij lieten ze de oude heiligdommen achter maar namen gebruiken en rituelen mee naar de nieuwe woonplek. Daar stichtten ze vaak dorpen op een zg. leycentrum.
Leylijnen zijn een natuurlijk verschijnsel, vermoedelijk veroorzaakt door breuken en elektromagnetische velden in onze aardkorst. Waar meerdere leylijnen elkaar kruisen ontstaan een soort verkeersknooppunt van energie, een leycentrum, waar de energie zeer duidelijk waarneembaar en gepolariseerd is. Soms valt dit ook samen met ondergrondse waterlopen en bronnen.

Het zijn juist deze leycentra die als sinds de prehistorie gezocht zijn voor het bouwen van woningen. Deze praktijk is doorgegaan tot in de middeleeuwen. Veel oude steden en dorpen hebben daarom bijna allemaal een leycentrum in hun kern liggen. Onder invloed van allereerst de christelijke kerk en vervolgens de voortschrijdende technologie is deze praktijk echter verloren gegaan. Volkeren mengden zich vervolgens en slechts een deel van de eigen oude gebruiken is behouden gebleven. Heilige bomen, heilige heuvels en heilige bronnen komen door elkaar voor. Slechts enkele van de oude plekken die reeds voor de Romeinse tijd bestonden zijn behouden gebleven (en hebben ook de Middeleeuwen overleefd).

Na de Romeinse tijd werden er tal van heiligdommen gecreëerd waarbij de nog bekende gebruiken en handelingen uit een ver verleden opnieuw werden toegepast. Vaak verwijzen de namen van een plek of gebied naar een heilige plaats uit het verleden. Voor een groot deel zijn die oude plekken vandaag de dag in vergetelheid geraakt of hebben ze plaats gemaakt voor een kapel of kerk.
Veel daarvan staan vermeld in het boek Heidens Nederland van Judith Schuyf.

Heel oud is de lapjesboom of koortsboom. Een reepje stof van de koortslijder die deze de hele nacht op het lichaam gedragen heeft wordt in de boom gehangen. Dan neemt de boom de koorts over. Ook worden van sommige bomen stukjes afgebroken om mee te nemen.
De Heilige eik en koortsboom te Schijndel verdween helaas in de 19e eeuw; men kwam er genezing zoeken voor koorts.

Een heilige eik
Als er van de provinciale weg van Sint-Michielsgestel naar Schijndel rechts een mooi zandpad wordt ingeslagen komt dat bij 't Creijspot uit en ergens midden in die bomenrij moet die koortsboom gestaan hebben. Het heidegebiedje Creijspot ligt helemaal aan het einde van het zandpad, maar het gebied tussen de bomenrij en de hoeve is waarschijnlijk ook Creijspot; in het glossarium van de veldnamen onder de B-sectie de nummers staat Creijspot vermeld en is vervolgens op de kaart van 1832 te vinden. De centrale Rijksdriehoek coördinaten van de Creijspot zijn X 154777.0 - Y 404863.8.

Er vonden in de 18e en 19e eeuw bedevaarten plaats naar de Mijldoorn, waarschijnlijk lag de cultusplaats bij de verdwenen driesprong met de naam d’n Tip of bij het iets zuidelijker gelegen Creijspot. Ook de Dennenboomsehoeve wordt als locatie van de cultusplaats genoemd, de heilige eik zou omstreeks 1950 nog aanwezig zijn geweest. In 1832 lag aan het eind van het laantje bij de hoeve een "bos tot vermaak".In 1750 lag er in de Mijldoorn een heilig hoopje of heuvel, een hoogte in het land die genoemd wordt in de context van te rooien heilige eiken. Er wordt gesproken van een (heilige) eik omringd met zeven kuiltjes. Er zou ooit een kruis of kapel op de plek bij de Heilige Heuvel zijn geplaatst, maar deze is verdwenen.

De heilige eiken werden gerooid in opdracht van de classis van Peelland en Kempenland, de hervormde koepelorganisatie die in het geweer moest komen als de katholieken het te bont maakten. Dat de bestrijding van het heidense gebruik niet helemaal effectief was, blijkt uit de aanwezigheid van nog altijd zeven kuiltjes in de 19e eeuw. Men vereerde Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten bij de Kapelberg (een heuvel), waar men rondom zeven kruisjes kwam bidden om van koortsen bevrijd te worden.

Een tekst hierover zegt:
Ja die koortsboom met z'n lintjes bij Creijspot is wel bekend en ook het 'heilig huisje' aan de Mijldoorn; een heilig huisje in die tijd is misschien een zéér bescheiden kapelletje geweest, maar misschien ook niet meer dan een kastje met een beeldje.... ik heb er nooit nadere details over gevonden in de archieven hoe die cultusplaats eruit gezien zou hebben. De cultusplaats van de Denneboomsehoeve is me niet bekend, maar volgens mij bedoelen ze Creijspot wat zowat tegen de hoeve aan lag en de hoeve had daar ook landerijen liggen. Van de zeven kuiltjes is mij niets bekend, die term ben ik nooit tegengekomen. Na 1648 is er een soort jacht gemaakt op al die heilige huisjes in Brabant want zulk soort publieke bedevaartsplaatsen waren volgens de gereformeerden helemaal uit den boze en werden ook verboden. Geen processies, geen kruisen langs de wegen, geen Mariabeeldjes of andere heiligen in de berm etc. etc. .... het was ten enen male verboden.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Heemblad Rond die Cluse 20e jaargang nummer 1 bladzijden 34 tot en met 37