Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Gerardus Marinus Josephus Trikels (1928 - 2003)

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Gerardus Marinus Josephus Trikels
Gerardus Marinus Josephus Trikels (1928 - 2003).jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Gerardus Marinus Josephus Trikels
Roepnaam Gerard
Geboorteplaats Schijndel
Geboortedatum 18 augustus 1928
Overl.plaats Schijndel
Overl.datum 22 augustus 2003
Partner(s) Antoinette Johanna Adriana Josephina (Nettie) van Etten‏‎
Bidprentje Gerardus Marinus Josephus Trikels (1928-2003).jpg

Gerardus Marinus Josephus (Gerard) Trikels [1][bewerken | brontekst bewerken]

Zoon van: Petrus Johannes Trikels en Maria Verhagen
Geboren: 18 augustus 1928 te Schijndel
Toenmalig adres: Verlengde Kloosterpad 6
Legerplaats: Venlo
Legeronderdeel: 402e Bataljon
Legernummer: 280818699
Rang/functie: soldaat 1e klas
Datum vertrek naar Nederlands-Indië: 24 september 1948
Naam van de boot: Johan van Oldenbarnevelt
Verblijf op: Java
Datum terugkomst: 7 september 1949
Naam van de boot: Johan van Oldenbarnevelt
Laatst bekende woonplaats: Schijndel
Overleden: 22 augustus 2003 te Schijndel

Herinneringen van Gerard[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens ons verblijf in Indonesië waren de post, de brieven van thuis, de pakjes, de kranten en illustraties van bijzonder belang. Het maakte niet uit of die nu van thuis kwamen of van het Thuisfront, juist die dingen haalden je even uit de sleur en gaven je weer moed en kracht om zowel de hitte van de dag als het gevaar en de ongemakken van het soldatenleven beter te kunnen dragen. Deze zaken hielpen je vaak over het dode punt heen.
Het fourage-convooi kwam meestal rond het middaguur binnen. Zij die in het kamp waren liepen onmiddellijk naar de wagen en hun eerste vraag was: "Hebben jullie nog mot gehad onderweg?" Op het antwoord werd meestal niet gewacht en de volgende vraag was dan ook: "Is er nog post meegekomen?" Eigenlijk was het niet nodig dit te vragen, want aan het gezicht van de facteur was meestal wel te zien of er post was of niet. Als dit wel het geval was klom meneer de facteur plechtig van de wagen en begon dan vervolgens tergend langzaam te sorteren en eindelijk uit te delen. Als de laatste brief zijn bestemming had bereikt trok de hele zaak terug naar de huizen om daar zittend op de rand van het tampatje de brieven te verslinden. En dan 's-avonds natuurlijk terugpennen bij het licht van een walmende vetkaars. Deze primitieve verlichting werd later op onze buitenposten vervangen door een aggregaat.
Een andere voorname factor was het eten. Er was altijd wel een soort afdak te vinden, waaronder gekookt kon worden. De inventaris bestond uit een verzamelingen potten en pannen, messen, lepels en vorken. Het moet gezegd worden, dat de koks hun best deden om van niets toch iets eetbaars te maken. Omdat zij van doodgewone rooie rijst en een taai stuk vlees geen gebakken aardappelen met biefstuk konden maken hadden de koks eigenlijk toch wel een ondankbaar baantje.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Herinneringsboek van Schijndelse militairen in Nederlands-Indië "Hop en Palmen".