Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

De straat waarin u woont de weg naar Heeswijk

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De straat waarin u woont de weg naar Heeswijk[1][bewerken | brontekst bewerken]

De weg naar Heeswijk via de Steeg was de weg die naar de Witheren van de Abdij leidde en deze assisteerden nogal eens in de Schijndelse parochiekerk. In de Abdij van Berne waren ook verscheidene Schijndelaren, zowel paters, die hier “heren” genoemd werden, als priesterstudenten. De Steeg ging uiteindelijk ook naar Het Kasteel. Het kasteel met de majestueuze beukenlanen, waaronder in het najaar de beukennootjes met duizenden lagen.

De weg naar Heeswijk begon bij de handwijzer bij het Heilig Hartbeeld op de hoek Hoofdstraat/Kluisstraat. Om precies te zijn stond de handwijzer voor de winkel van Steinmann, althans in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Bij Steinmann verkocht men luxe- en huishoudelijke artikelen. Later werd deze winkel overgenomen door Kwantum, die er boeken en rookartikelen verkocht. Vanaf die handwijzer ging men via “De Kluis” naar het Patronaat. Bij Willem de Visser (een “heerboer” die ook lange tijd wethouder was) liep de weg naar links tot aan het Café Hermes. Daar begon “De Steeg”, die wat verderop bij de boerderijen van Van Gestel en Gooijaarts een nogal scherpe bocht maakte. Die bocht werd “den scherpen drei bè Gijs Hak” genoemd.

In de vorige eeuwen stelde de weg naar Heeswijk weinig voor. Het was slechts een zandweg die gelegen was tussen de westelijk gelegen woeste gronden en heidegebieden en de oostelijk gelegen natte beemden en broekbossen. De ontginning en ingebruikname van de gronden concentreerde zich meer rond de Houterdsedijk en niet aan de Steeg, die overigens op dit kaartje “De Steegt” wordt genoemd.

In het album “Het hertogdom Brabant in kaart en prent”[2] vinden we op pagina 69 een kaart afgebeeld, waarop helemaal geen weg naar Heeswijk te vinden is! Afbeelding 4.' kaart anno 1644 uit “Het hertogdom Brabant in kaart en prent”. Wel staat er een rechtstreekse weg op naar Dinther, evenals een naar Middelrode. Het genoemde album werd in 1644 uitgegeven door “Le Theatre du Monde”.
Het heeft er alle schijn van dat in die periode de weg, die later de Steeg genoemd zou worden, mogelijk slechts uit een pad bestond. De wat onlogische “scherpen drei bè Gijs Hak” is daarmee misschien verklaarbaar, want de weg vóór de boerderijen loopt natuurlijker over in de latere Lariestraat en Houterdsedijk. Dat de Steeg niet zo’n belangrijke weg was spreekt ook min of meer uit de samengestelde archief-catalogus van Bondam. Van de 224 daarin opgetekende stukken op perkament zijn er slechts 2 (= 1.12%) in de omgeving van de Steeg, en wel de volgende:

- een weide genaamd “Gheen Hezewijckerstege”
- hooiland “Op te Steege”

Hoewel afbeelding 4 niet zo’n geweldige afdruk is, zijn onze buurgemeenten daarop toch duidelijk te traceren. Ook het kasteel Heeswijk staat op die kaart aangegeven, maar heet dan nog “Huis tot Heeswijck”. In navolging van de kastelen en burchten in Duitsland en elders werd het “Huis tot Heeswijck” ook gebouwd aan een rivier, in dit geval de Aa. Dat moet zo rond het jaar 1100 geweest zijn, door ene Almericus (of Amelricus), afkomstig uit Megen. Hij werd Heer van Heeswijck. Rond 1405 is ridder Hendrik van der Lecke de Heer van Heeswijck en blijkt ook Schijndel tot zijn goederen te behoren. In hoeverre deze heer Schijndel bezocht, is niet bekend.

Fundatie-huisjes in de Kluisstraat
Links van de Kluisstraat staat ook nu nog het dubbel pandje (huisnummers 2 en 4) dat toebehoorde aan Antje van de Wiel, gehuwd met Jan Gooijaarts. Antje dreef daar een winkeltje in koloniale waren en drogisterij-artikelen. De winkel-inventaris is nog lange tijd in haar oorspronkelijke staat gehandhaafd. Het pand staat op de monumentenlijst.

Kluisstraat
Ook Den Bosch had rond 1401 naast de kerk van het Groot Begijnenhof een Kluis, waar een kluizenares zou wonen. Een zekere Wouter Tijt vermaakte in 1418 aan die Kluis een grondrente van 2 sester rogge uit land onder Schijndel. In een borderel Grondbelasting 1871 - 1885 blijkt Jan van der Schoot op 18 september 1872 aangeslagen te zijn in verband met de bij- en afbouw van een stoom-, koren- en schorsmolen in de Kluis. Op een aankondigingsplakaat “Verdeling van de Tienden” staat onder de 22e clamp “De Kluis” “precies” omschreven, met alles wat erbij hoort. De oorspronkelijke tekst daarvan lijkt voldoende interessant om haar helemaal te plaatsen:
“Leggende tusschen den grooten Weg, en den hoolen Weg, alsmede de Telakkers, welke leggen tusschen den hoolen Weg en den Elsissen Weg. Beginnende op den hoek van de Erve Jan Cornelis Peynenburg in de Kluys, en zoo voorts nevens Erve van de Wed. Willem Rovers, tot aan en om den hoek van den Langen Akker, toebehoorende de Wed. Jan Teulings, van daar door de Vaarweg tot aan den hoek van den Elsissen Weg, tegen over de Arme Braak aan de Kruisstraat en van daar, tot het Erf van de Wed. Rut Jan Willem Vrenssen, bewoond wordende by Jan van Zon, en zoo voorts door de Kluys tot het Erf van Jan Cornelis Peynenburg voorsz."

Drietip
Wanneer de kruising met de Vicaris van Alphenstraat gepasseerd werd belandde men bij Peer Wouters/Openbare Bibliotheek. Deze gebouwen fungeerden vroeger als het gemeenschapshuis “In den Herd” dat gebouwd werd in 1971/1972. Daarvoor stonden daar het winkel-woonhuis van de familie van der Eerden, het winkel-woonhuis van de slagerij Wouters en er woonden aan het eind van de tip nog enkele personen. Deze gebouwen vormden een driehoekige tip. Er werd daarom ook steeds over “De Drietip” gesproken. Aan deze drietip begon in 1915 Jansen de Wit haar bedrijf, dat later in de Hoofdstraat uitgroeide tot de Koninklijke Kousen en Sokkenfabriek.
Interessant is het voorstel van A.J.L. van Bokhoven in november 1962 om een deel van de drietip, namelijk het weggedeelte vanaf bakker Doyen tot voorbij de slagerij van Brodje Wijdeven een naam te geven die verband houdt met het looiersambacht. In Schijndel waren vroeger nogal wat leerlooiers gevestigd. Barend van de Waal heeft nog in 1847 een nieuwe leerlooierij opgericht op het punt waar in het begin van deze eeuw tot ongeveer 1960 de familie van der Eerden hun kruidenierswinkel had. Een leerlooierij heeft veel water nodig en men zou de vraag kunnen stellen of er een relatie zou hebben kunnen bestaan met de waterput/brandkuil uit de Cluse. Misschien zou een bodemonderzoek op de plekken waar voorheen een looierij gevestigd was ons meer duidelijkheid kunnen verschaffen. Een naam “leerlooiersstraat” of iets dergelijks is er niet van gekomen. Omdat alle panden hier verdwenen zijn en het straatgedeelte bij Doyen vervallen is, is de straatnaam Drietip ook weggevallen. De Kluisstraat liep sindsdien door tot het Café Hermes, beter bekend als “De Perk”. Van 1944 tot ongeveer 1955 werd het café “Hoek van Holland” genoemd, naar de buurtvereniging die daar in die jaren gevestigd was (buurtverenigingen ontstonden na de bevrijding en organiseerden o.a. bevrijdingsfeesten met optochten, bals en gekostumeerde voetbalwedstrijden). Later kreeg het café Hermes de naam “Du Perko” en recentelijk heette het “Da Vinci”.

De Steeg
Vanaf Café Hermes begon vroeger “De Steeg”, op oude kaarten ook wel eens geschreven als Steegdt. Een kaartje uit 1864 duidt deze weg aan als de HeeswijkscheDijk. Van Bokhoven vond in het Rijksarchief onder R 55 folio 26 de naam “Heeswijkersteghe” (anno 1583). Op de “Caarte Figuratief” van F. de Weijer wordt het eerste gedeelte van de Steeg tot waar nu het waterzuiveringsstation staat aangeduid met de naam “Larijstraat”.
Het gedeelte van “Da Vinci” tot aan de Neerlandstraat wordt “De Oude Steeg” genoemd. In 1847 werd de Steeg een “kunstweg”, waarmee bedoeld wordt dat de weg met grind of klinkers werd verhard. Aanleiding was het plan om bij de Zuid-Willemsvaart een haven voor Schijndel aan te leggen. Van Bokhoven maakt melding van een aanvraag bij de Commissaris van de Koningin om een haven aan te leggen. Deze aanvraag in 1872 werd toegelicht met een begroting en twee uitvoerige tekeningen. De haven is er niet gekomen.

De lange, bochtige Steeg had slechts enkele korte zijweggetjes naar landbouwgronden en bossen met o.a. veel griendhout en eikenhakhout (looierijen). Een doorbraak naar de Houterdsedijk was er bij De Heuvel en De Bogaard. Die bij De Bogaard was bijzonder bekend bij de Schijndelse bevolking, want daar moet het zijn waar het “Sleutjes Spook” woonde. Enkele dreven waren er ook nog verderop, zoals bij de steenoven, de “Perkenoven”, nu afslag Baksdijk die doorloopt naar de Houterdsedijk, en de daar vrijwel tegenover liggende Martemanshurk (nu doorlopend tot aan de Pastoor van Vroonhovenstraat). Nog wat verderop had men nog de Cruyssteeg (recentelijk met betonelementen verhard tot fietspad en nu Kruissteeg genaamd). Links had men dan nog de Rouwcampdijk en de Rottermessedijk. Het moet ook hier ergens zijn geweest dat de 40-jarige Jan van der Voirt zijn snaphaan in het veld verborgen had. (Zie: Een man en zijn wapen).

Toen in 1839 de Zuid-Willemsvaart in gebruik werd genomen kwam er de “Heeswijkse brug”. Al gauw werd er in deze buurt een brugwachtershuisje gebouwd, evenals een “togershuis”. Cafés konden toen niet uitblijven en we zien dan ook al gauw verschijnen café Blommers en café de Visser.

De Heeswijkse brug.
Voor 1926 liep de Steeg door tot de rivier de Aa. Daar was dan een Vonder die de weg naar Heeswijk opende. De aanleg van de Zuid-Willemsvaart blokkeerde vele landwegen tussen de grens van Schijndel en Heeswijk, maar ook tussen Schijndel en Dinther en Schijndel en het kasteel. In het algemeen tussen de landerijen die lagen in de Laverdonk en de Haverdonk. Vele boeren zullen daar problemen mee hebben gehad en zullen zich geen Schijndelaar meer hebben gevoeld. Sinds enkele jaren zijn ze dan ook in werkelijkheid geen Schijndelaren meer. Het is vergelijkbaar met de blokkade die de in de eind tachtiger jaren aangelegde Structuurweg betekende voor de bewoners van de Molendijk, Vossenberg, Houterdsedijk, Kapeleind en Zandkantsestraat. Deze bewoners zijn echter nog Hopbellen gebleven.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Heemkundeblad zevende jaargang nummer 2 bladzijden 23 tot en met 27
  2. Heemkundeblad zevende jaargang nummer 3, bladzijden 3 tot en met 19