Boerderij Locht 2

Boerderij Locht 2 (3)
Familie van de Wijdeven.
Gebruik	boerderij
Gereed	Verbouwing gereed in 1967.
Sluiting	Voorgaande boerderij uit de 17e eeuw is in januari 1921 afgebrand
Bouwpartners
Eigenaar	Familie van de Wijdeven

Boerderij Locht 2 Wijbosch/Schijndel

Onderstaand een letterlijke weergave van een schrijven aan De heemkundekring Schijndel in januari 1992. Mevrouw Antoinette van de Wijdeven is op het moment van schrijven 85 jaar.

"De boerderij, het geboortehuis van mijn vader, was uit de 17^e eeuw. Het was een hoekhuis en stond met de kop in het veld. Het was met stroo gedekt. Als je door de voordeur binnenkwam, trad je meteen in een leemen herd. Werd ook dagelijks opgezanten met wit zand.

Een grote open schouw. Onder de schouw was het stookgat van de bakoven. Maar de oven zelf lag op de stal. Ook onder de schouw het stookgat van de varkensketel, die lag ook op de stal. In januari 1921 is de boerderij afgebrand.

In dun herd waren twee bedsteden. En in de kamer, waar men in de winter zat, was ook een bedstede. In dun herd ging men nog in een andere kamer, ook weer met een bedstede. Ook stond er in die kamer den trog om er het brood in te maken. Dat werd dan weer onder de schouw in den oven geschoven.

Dan was er nog de geut. Dat was een schuin dak. Daar werd op de grond in een ketel opgewassen. De borden werden op de stenen vloer gezet om te drogen. Ook was er op de geut een kelder en boven die kelder ook een slaapplaats met bed. Op de geut werden de ketels, borden, lepels en vorken bewaard. De lepels en vorken in een klomp. Die hing aan de muur met het gat naar boven. En de borden in een rekje aan de muur. Het schrobwater en het water van de afwas werd door een gat in de muur naar buiten geveegd. Dat was het schrobgat.

Vanuit den herd kwam men op de stal. In 1914 is er in die boerderij een Hollandse stal gelegd. Zo ook moest er een eindje van het huis een gierkelder worden gelegd. Die is er nog steeds. Maar daar is een groot kippenhok op gebouwd. De gierkelder is nog steeds in gebruik. Van de stal ging men door een deur naar de schuurherd. Daar werd vroeger met de vlegel gedorst. Toen is er een dorsmachine gekomen. En dicht bij de schuur aan den achtergevel lag de dorsberg. Dan werd er voor de dorsboom een paard gespannen. En door 1 persoon voortgedreven. Bij de boerderij was ook nog een klompenmakerij vanaf 1907. Een schuur stond er van 1 meter hoog stenen gemetseld. Afgebouwd met planken en bedekt met pannen. Die schuur is in de oorlogsdagen september/oktober 1944 afgebrand. Ook was er aan die schuur aangebouwd een klompenmakerij met een schuin dak. Er werd in gewerkt met 4 of 5 knechten. Ook stonden er een paar droogschuurtjes, om de klompen in te drogen. De schuurtjes werden gebouwd van rechte gekloofde palen, een gleuf ertussen zodat er de wind goed door ging.

Een waterput lag 1 meter vanaf het huis, kort bij de deur van de stal. Dan behoefde men niet ver te dragen met water voor het vee. Het water in de put was zo helder, men kon op de bodem kijken. In de zomer werd door de buurt water gehaald voor de was en om te drinken en koffie te zetten.

Tegen het huis bij de stal stond ook een afdak. Dat werd gebruikt om er in de zomer gemaaid gras en in de winter knolgroen in te bewaren zodat alles droog bleef. Dat gras in de zomer werd gevoerd aan de koeien. Die kwamen twee maal daags naar binnen. Toen werd er driemaal daags gemolken. 's-Morgens, 's-middags en 's-avonds.

Dan lag er bij het voorhuis een appelboomgaard. Met sterappels, goudrenetten en een grote perenboom. Dat waren winterperen - ijsbouten. Het huiske stond een eindje vanaf het huis, dat was de W.C.

Rond het huis was veeland en ook land voor rogge, haver en voederbieten. Van bloemen kan ik bij dit huis niet veel schrijven, ten hoogste een Vlierbos."

Bronnen, noten en/of referenties