Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Betrapt door de predikant

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Na de Vrede van Münster 1648, waarmee een definitief einde is gekomen aan de uit de vaderlandse geschiedenis bekende Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), staan protestanten en katholieken in het zuiden des lands pal tegenover elkaar.
In de Meierij van ’s-Hertogenbosch wordt de situatie voor de katholieken eigenlijk al vanaf de val van de stad in 1629 steeds minder rooskleurig. Bij de capitulatie op 14 september is immers al bedongen dat de mannelijke kloosterlingen en seculiere priesters uit de regio verjaagd zullen worden. De vrouwelijke kloosterlingen mogen blijven omdat ze een belangrijke maatschappelijke functie hebben nl. ouderen- en ziekenzorg.
Na 1648 worden openbare godsdienstoefeningen, processies, wegkruisen, kastjes met heiligenbeeldjes e.d. allemaal verboden. Het katholieke volksdeel moet haar kerk afstaan en de periode van de schuurkerk breekt aan.
Er zijn aardig wat publicaties aan deze problematiek gewijd. Militairen drongen, op verzoek van de hervormde overheid, die het ‘nieuwe ware christelijke geloof’ aanhing, ooit kapellen of gebedshuizen binnen waar katholieke predicaties of geestelijke bijeenkomsten werden gehouden en verstoorden daar de orde en eisten in sommige gevallen ontruiming.
Wie archieven uit die periode bestudeert ontkomt niet aan het idee dat er in die 17e en 18e eeuw sprake is van een ware hetze. Katholieken leven in die periode af en toe tussen hoop en vrees. Van de andere kant zijn de katholieken op hun beurt vindingrijk in het treiteren, bespotten, hekelen, dwars zitten, belachelijk maken, opruien, bedreigingen aan het adres van protestantse schoolmeesters en predikanten en hun familieleden. Legio voorbeelden zijn daarover te lezen in de archieven.

Een aardig sfeerverhaal om de controverse tussen deze geloofsgroepen te illustreren is het onderstaande getuigenis.

Hervormd predikant Petrus Grootveld te Schijndel en zijn vrouw Juffrouw Theodora de Jong worden opgeroepen door Gijsbertus Gualthery, de protestantse stadhouder van de Peellandse kwartierschout Willem van Haaren, om getuigenis der waarheid te komen afleggen naar aanleiding van een voorval dat is gepasseerd op 20 februari. Die dag is door de landelijke overheid (lees Staten Generaal) uitgeroepen als nationale bededag of biddag. Dit gebeurt in die tijd bv. om de zegen af te smeken over het gewas, na een ramp en als dank voor een overwinning in een bepaalde oorlog en meer van dat soort ‘gedenkdagen’.

Het handjevol te Schijndel wonende protestanten gaat dan ter kerke, verzamelt zich in het afgetimmerde deel van de grote Servatiuskerk om de stichtende predicatie te aanhoren van hun geestelijke leidsman.
Na de predicatie wandelen dominee Grootveld en zijn vrouw naar huis. Ze passeren op een bepaald moment een huisje dat is gelegen tussen het huis van een zekere Adam van Weerde en dat van de weduwe van Huijbert van Mensel en hebben daar Claes Antony Snellers als kuiper aan het werk gezien die zijn ‘repen’ bij elkaar aan het binden was, tot ergernis van de predikant en zijn vrouw.
Maar ja, de katholieken stoorden zich niet aan die bededag voor de andere geloofsgenoten. Ze vervolgen hun voettocht en passeren het huis van de roomse priester of paap en zien naast de poort een kleiner huisje waar een zekere Maria Wauda zich toelegt op het onderwijzen en godsdienstonderricht aan jongere kinderen, die bij haar hun lessen moeten opzeggen. De medebewoonster van Maria krijgt predikant Grootveld in het vizier en roept plotseling met een bevende stem: “Mieke, Mieke”, een teken van onraad. Het is al te laat. De dominee stapt het huis binnen en ziet daar een jongen bij Maria Wauda staan met in zijn hand enige ‘paapse schoolboeken’. De predikant grist die uit de handen van het manneke, bekijkt het boekje nauwkeurig en ziet dat het gaat om een ‘catechismus’ onderverdeeld in 5 delen en 41 lessen voor de katholieke jeugd, uitgegeven door het bisdom Mechelen. Het andere boekje blijkt een bundel te zijn van ‘Epistelen ende Evangeline van den geheele jaere’. Maria Wauda is al meer betrapt en de dominee reageert uiteraard furieus op het onderricht dat zij geeft aan jonge kinderen. Abraham de Jong, de zwager van Grootveld, heeft al vaker gehoord dat in dat huisje ‘lessen’ worden opgezegd. Ja, zelfs de predikant van Sint Oedenrode heeft dit al meerdere keren gehoord in het passeren van dat huisje. Geloof maar dat men alert was op al die godsdienstige praktijken van de paapsgezinden!