Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Sjabloon:Geschiedenisfeitje: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
== '''Dames Korfbalvereniging Alico''' ==
==='''Klompenmakers en reepmakers''' ===
Met de komst van de Canadese populier neemt in Schijndel, net zoals in Liempde en Sint-Oedenrode, het aantal klompenmakers duidelijk toe. De concurrentie vanuit België was overigens halverwege de 19e eeuw niet gering omdat de Belgen hier hun klompen tegen een lagere prijs wisten te verkopen. <br>In 1854 telt Schijndel 13 [[klompenmakerij]]en met 60 knechten in dienst. Precies 25 jaren later zijn er al 35. In de periode 1923-1929 groeit hun aantal tot 64. In 1923 bestaan er al twee klompenfabrieken nl. die van Oerlemans en Steenbakkers.<br> Een doorsnee canadapopulier, met een normale lengte van 15 tot 20 meter, levert ca. 1 m3 hout, waar men ongeveer zo’n 60 klompen uit haalde. Het type klomp kon variëren want er waren mansklompen, vrouwsklompen, vijftienders, drielingen, elfkes en halfklompen. <br>Een ander ambacht is dat van de reepmakers of [[hoepelmakers]], in het Schijndels dialect beter bekend als ‘ripsnijer’. Voor die hoepels gebruikte men het op de Schijndelse griendgronden groeiende wilgenhout dat men op een bepaald moment ging ontdoen van de bast het zgn. ‘blekken’. Vooral de rechte takken van de snelgroeiende katwilg waren hiervoor in trek. Deze stokken werden geschild, in de zon gebleekt en met een trekmes op lengte gesneden door de reepsnijder. De repen werden, eenmaal in bussels gebonden, vooral afgezet bij de Belgische en Pruisische kuipers, die deze repen gebruikten voor het afwerken van hun tonnen en vaten. <br>In 1859 telde Schijndel 30 van die bedrijven en in 1929 was het aantal gegroeid tot 52. Veel reephout werd ook gebruikt bij het maken van zinkstukken ter versterking van de zeeweringen.


=== '''Geschiedenis.''' ===
== '''Leemafgravingen en steenfabricage''' ==
Opgericht op 11 maart 1968 - met De Boemerang medio 2017 gefuseerd tot KVS ‘17.


De dames korfbalvereniging Alico is in 1968 ontstaan uit een andere Alico vereniging namelijk de Wandelsport Vereniging Alico. In die tijd waren er meerdere Alico verenigingen onder dezelfde naam: '''AL'''tijd '''I'''n '''CO'''nditie. Zij vormden een soort omni-vereniging en dat waren: de wandelclub, de rolschaatclub, de tafeltennisclub, tot 1970 de badmintonclub en de creativiteitsclub. Door het grote verloop bij de wandelclub in de leeftijdscategorie 15-16 jarigen, bespraken de voorzitter Theo Doreleijers en de leider van de 10-kilometergroep Ger van Herpen het probleem, om deze leden te behouden voor de sport. Hun keus viel op het dameskorfbal omdat op de Boschweg "[[Dames Korfbalvereniging Avanti|Avanti]]" en in het Wijbosch "[[Celeritas]]" het erg goed deden in deze tak van sport. Zo werd de korfbalsport aan de Alico-tak toegevoegd; officieel op 11 maart 1968.<br>
In het verleden kon men in Schijndel diverse zelfgebouwde [[steenovens]] aantreffen. Bekend is o.a. de steenoven in de vorm van een ringoven uit 1903 van de Bosschenaar Suyling aan de [[Baksdijk]]. Een perceelsnaam als ‘de Steenoven’ verwijst naar die vorm van steenfabricage. In verband met de eigen huizenbouw was dit een uitkomst voor de lokale bewoners. Gezien het hoge leemgehalte van de Schijndelse bodem had men voor die steenovens de grondstoffen binnen handbereik. <br>Het gebied [[Aakendonk]] in het [[Wijbosch]] bleek een uitstekende plek om het leem uit de grond te halen. In 1876 wordt een kleinschalige steenfabriek opgericht door de gebroeders Tucken. <br>Goed 20 jaren later gaat de gemeente over tot verkoop van 12 hectaren grond op de [[Molenheide]] voor f 500,- per hectare. Jan Willem van der Elst, een steenfabrikant uit Zaltbommel, bouwt op die grond een steenfabriek met dienstwoningen en het resterende deel van de Molenheide wordt gebruikt voor leemdelving. In de volksmond noemt men het bedrijf ‘de Steenoven’, maar officieel sprak men van [[steenfabriek De Molenhei]]de. Rond 1930 is de steenfabricage stopgezet en is het bedrijf omgebouwd tot een grote timmerwerkplaats. Het wordt zelfs een nevenbedrijf van het NS-bedrijf ‘Werkspoor’ in Utrecht en produceert vooral het binnenwerk voor spoorwegwagons. Na de oorlog kwam hier de houthandel van de firma Steenbakkers; nu is hier de Houtindustrie Schijndel met eigen elektriciteitscentrale.
Als eerste voorzitter fungeerde Theo Doreleijers met Ger van Herpen als eerste trainer, die ook de taak van Theo overnam als voorzitter van de wandelclub. Als medebestuursleden van de nieuwe dameskorfbalclub waren de beide dochters van Theo actief: Loes als penningmeesteresse en Mieke als secretaresse.<br>
<br>
Het eerste seizoen (1968/1969) was vooral een leerseizoen met veel trainen op conditie, speltechnische- en tactische oefeningen, alsook spelregelkennis. Een belangrijke rol hierbij speelde DKV Celeritas uit het Wijbosch, waarmee samen veel oefenstages werden gedaan. Dat er behoorlijke talenten in de club waren bleek al gauw, want men stevende jaar op jaar naar het kampioenschap toe. Ook de junioren bereikten vanaf 1969 tot 1975, onder leiding van Ger van Herpen, een bijzonder hoog niveau.<br>
<br>
Een zeer zware tegenslag kreeg de club te verwerken in 1974 toen voorzitter Theo Doreleijers op 9 april, op 51 jarige leeftijd, kwam te overlijden. Een groot verlies voor de club, maar ook voor de Schijndelse gemeenschap. Als nieuwe voorzitter diende zich Jan Jonker aan, afkomstig uit Amsterdam met een dochter die actief was bij de junioren. Ondertussen had het bestuur ook de nodige veranderingen ondergaan en de mensen van het eerste uur waren vertrokken. Het bestuur bestond nu uit: Jan Jonker (voorzitter); Sjanet Gevers (secretaresse); Henk Nederveen (penningmeester); Netty van Herpen (wedstrijdsecretaresse) en de leden Gerard Bissels en Ger van Herpen. Een volgende tegenslag kwam op 23 mei 1976 toen penningmeester Henk Nederveen kwam te overlijden.<br>
<br>
Er kwam echter nog een totaal onverwachte en pijnlijke wending toen bleek dat de voorzitter, zonder enig overleg, de gehele damesclub had aangemeld bij het gemengde Koninklijk Nederlands Korfbal Verbond. Aanleiding was dat veel mannelijke supporters de Alico-boys (zaalvoetbal) hadden opgericht. Zij verzochten het bestuur of ze de trainingen mochten meedoen om hun conditie op peil te houden voor hun zaalvoetbalwedstrijden. De voorzitter, met gemengde korfbalervaring, zag hierin een reden om ook gemengd te gaan korfballen, maar de damesleden zagen dat helemaal niet zitten. Dus trad het hele bestuur af en werd er een interim-voorzitter aangesteld: de heer Sjef van der Heijden. Op 23 juni 1976 werd een algemene ledenvergadering uitgeschreven, waarin door stemming werd besloten om dameskorfbal te blijven spelen. Er werd een nieuw bestuur gekozen met L. Derks als voorzitter.<br>
<br>
Een zestal dames besloot om over te stappen naar het gemengde korfbal. Er werd al op hoog niveau gespeeld namelijk in de overgangsklasse en dat is vlak onder de top, maar de selectie moest nu dus sterk worden aangepast met 4 junioren en 2 dames uit de senioren. Hoe hoog het niveau bij de junioren was, bleek wel in het seizoen 1976/1977 toen het team met deze junioren in de overgangsklasse met 7 punten voorsprong en ongeslagen kampioen werd en promoveerde naar de hoogste klasse van de Dames Korfbal Bond. Dit was het moment voor Ger van Herpen om glorievol afscheid te nemen als toptrainer van Alico, dat hij vanaf de oprichting in acht jaar naar de hoogste afdeling bracht. Voorwaar een fantastische prestatie van de trainer en het team. Hierna speelde Alico nog een paar jaar op het hoogste niveau, maar daarna konden ze zich helaas niet langer handhaven. De ene na de andere trainer wisselden elkaar af maar de resultaten bleven achter op de gewenste. Hierna kwam een samenwerking tussen Will den Otter en Ger van Herpen tot stand. Na een gedegen voorbereiding was Will ver genoeg gevorderd om zowel de coaching als de training over te nemen. Onder zijn leiding wist Alico het inmiddels verloren gegane terrein terug te winnen. Zo'n 14 jaar heeft hij de dames van Alico onder zijn hoede gehad, met wisselend succes, maar toch bijna altijd in de top van het korfbal. Vooral met de jeugdteams junioren A en B heeft hij tientallen kampioenschappen mogen vieren. Maar ook voor hem brak de tijd aan om het over een andere boeg te gooien. Hij stopte als trainer en ging verder als scheidsrechter. <br>
<br>


=== '''Hoogtepunten per jaargang:''' ===
== '''De kaarsen van Bolsius''' ==


::1968          oprichting Dames Korfbal Vereniging (D.K.V.) "ALICO"<br>
Waar zie je ze niet in den lande en ver buiten onze landsgrenzen, de kaarsen van de firma [[Bolsius kaarsenfabriek]]. Begonnen als een bijenwasblekerij groeit het bedrijf onder leiding van de gebroeders Lambertus en Antonius uit tot een gerenommeerd bedrijf, dat een breed assortiment kaarsen vervaardigt. Hun vader, Hendricus Bolsius, was vanaf 1843 als huisarts in Schijndel komen werken. De zoons bleken echte ondernemers. De wasblekerij was een eenvoudig bedrijfje gevestigd in de grote tuin van het ouderlijk huis, tegenover de [[Kluisstraat]]. Later is een terrein aangekocht in [[de Beemd]] aan de [[Kerkendijk]], waar de gevel is versierd met een speciale gevelsteen uit 1870. <br>Het gebruik van kaarsen is al heel oud. Naast olielampen brachten ze licht in de duisternis in een lantaarn of op een kandelaar. Kaarsen uit bijenwas waren voor de gewone man te duur, maar in kerken werden ze overvloedig gebruikt. <br>Dat was dan ook ‘de eerste afzetmarkt’ voor de gebroeders Bolsius. Vroeger werd de bijenwas aangeleverd door de imkers in het dorp en maakte de koster van de kerk de bekende bruin-gele waskaarsen. Een moderne kaarsenfabriek heeft inmiddels aanmerkelijk meer in zijn mars dan waskaarsen voor kerkdiensten. Rond 1920 is men eigen kerkkaarsen gaan fabriceren. De gebroeders Bolsius leerden het vak van de Schijndelse koster Marinus van Liempd, wordt algemeen beweerd. In 1927 krijgt de fabriek van Bolsius zelfs het predikaat ‘Pauselijk Hofleverancier’. Later is men overgestapt op de vervaardiging van thee- en devotielichtjes en op de dag van vandaag kan men er vele modellen bewonderen ten dienste van sfeerverlichting in allerlei interieurs. In de jaren ’30 van de vorige eeuw stond de wasblekerij en de kaarsenfabriek nog bekend onder de naam ‘Alpengloei’  en had toen 90 mensen in dienst.
::1969 - 1970  2e plaats met promotie naar 2e klasse<br>
::1970 - 1971  ongeslagen kampioen met promotie naar 1e klasse<br>
::1976 - 1977  ongeslagen kampioen: promotie Hoofdklasse zaal eveneens hoofdklasse veld competitie<br>
::1978          Ger van Herpen ontvangt op 11 maart oorkonde voor 10 jaar inzet<br>
::1979          opening sportpark "Koeveringsedijk" op 12 mei; sportcomplex 't Heike; huldiging 100ste lid: Brenda van Berkel<br>
::1980          12 1/2 jarig jubileum<br>
::1980 - 1981  degradatie naar 1e klasse<br>
::1983          start met recreanten korfbal<br>
::1984 - 1985  kampioen 1e klasse en promotie hoofdklasse<br>
::1986 - 1987  kampioen overgangsklasse en promotie hoofdklasse<br>
::1992 - 1993  degradatie hoofdklasse naar overgangsklasse<br>
::1993          viering 25-jarig bestaan<br>
::1995 - 1996  degradatie overgangsklasse naar eerste klasse veld<br>
::1996 - 1997  degradatie overgangsklasse naar eerste klasse zaal<br>
::1997 - 2011  periode van opbouw onder leiding van Will den Otter<br>
::2011 - 2016  moeilijke periode in het bestaan van de club; het ontbreekt aan geschoolde trainers<br>
::2016 - 2017  fusiebesprekingen met K.V. De Boemerang<br>
::2017          oprichting nieuwe fusieclub per 1 juli 2017: K.S.V.17: Korfbal Vereniging Schijndel (17 = 2017) Gemengd en ook vrouwen apart.


=== '''Voorzitters.''' ===
== '''Kousen- en sokkenfabriek Jansen de Wit''' ==


::1968 - 1974 Theo Doreleijers
Het vooroorlogs fabriekje van [[Jansen de Wit]] in combinatie met de borstbeelden van de drie gebroeders in het Jansenpark. Niet alleen met de kaarsenfabricage heeft Schijndel bekendheid gekregen. Er waren meer industriëlen die zich hier vestigden. De kousenfabriek van Jansen de Wit, in de volksmond beter bekend als ‘de Sok’, is een begrip binnen Schijndel en zeer veel dorpsgenoten hebben hier gewerkt. Vroeg in de 19e eeuw had de familie Jansen als kousenmakers al mensen in dienst in o.a. Tongelre, Nuenen en Geldrop. In 1915 wordt een groep Schijndelse meisjes ingewijd in de fijne kneepjes van het vak van breien op een machine. Men huurt later enkele huizen in de Kluis waar een breimachine wordt geplaatst en de ‘Schijndelse productie’ kan beginnen. Nog in hetzelfde jaar koopt men grond aan en wordt architect [[C.J. Chris van Liempd]] gevraagd een ontwerp te maken voor de eerste fabriek aan de [[Hoofdstraat]]. In 1917 start de ‘Jansen de Wit stoomkousenfabriek’. De machines uit de [[Kluisstraat]] worden naar het nieuwe bedrijf overgeplaatst en met 66 vrouwen en 4 mannen gaat het bedrijf van start.<br> De uitvinding van fijnere garens, eerst kunstzijde en later nylon, bracht de gebroeders Jansen ertoe nieuwe wegen te gaan bewandelen en het productieproces aan te passen. In 1936 is het aantal werknemers uitgegroeid tot 800. De Tweede Wereldoorlog [1940-1945] gooide echter roet in het eten. Bij gebrek aan grondstoffen wordt de kousenfabricage belemmert en bovendien wordt de fabriek zwaar beschadigd.<br>
::1974 - 1976 Jan Jonker
In 1948 verrijst een compleet nieuw gebouw van de inmiddels Koninklijke Kousenfabriek. De werkgelegenheid voor heel veel Schijndelse mensen was weer gegarandeerd. Maar de kousenindustrie komt onder druk te staan vanwege de concurrentie uit de lage-loon-landen en de directie gaat uiteindelijk over tot sluiting van dit prachtige Schijndelse bedrijf. In 1986 is het gehele complex gesloopt en is de productie overgeheveld naar het zusterbedrijf te Emmen. Ook dat bleek van korte duur. Wat aan de familie Jansen herinnert is het bekende [[Jansenpark]] met de borstbeelden  van de drie gebroeders. Het park ligt tegenover de plek waar voorheen het fabriekscomplex was.
::1976 - 1976 Sjef van der Heijden (interim)
::1976 - 1977 L. Derks
::1977 - 1978 Tiny Deelen
::1978 - 1981 Ger van Herpen
::1981 - 1993 Jan de Greef
::1993 - 1995 Ger van Herpen
::1995 - 2013 Will den Otter
::2013 - 2015 Erik Pennings (plv.vz)
::2015 - 2016 Maaike de Ruyter
::2017 - 2017 Erik Pennings (plv.vz)
 
=== '''Erevoorzitters en ereleden.''' ===
::11-04-1993 Jan de Greef erevoorzitter.
::15-05-1994 Will den Otter erevoorzitter.
::10-10-1994 Netty van Herpen erelid.
::26-10-1995 Ger van Herpen erelid en zilverenspeld N.D.K.B.
::13-01-2017 Jolanda Pennings erelid.
::Thea Bijsterbosch zilveren- en goudenspeld N.D.K.B.
 
=== '''Ledenbestand.''' ===
 
{| class="wikitable"
|-
! Jaar !! Senioren !! Junioren !! Recreanten !! Totaal
|-
| 1970 || 15 || 15 || 0 || 15
|-
| 1975 || 20 || 58 || 0 || 78
|-
| 1980 || 28 || 65 || 0 || 93
|-
| 1985 || 26 || 45 || 16 || 87
|-
| 1990 || 28 || 30 || 12 || 70
|-
| 1995 || 26 || 39 || 15 || 80
|-
| 2000 || 20 || 35 || 12 || 67
|-
| 2005 || 25 || 45 || 12 || 82
|-
| 2010 || 20 || 46 || 12 || 78
|-
| 2015 || 22 || 43 || 12 || 77
|}
 
=== '''Accomodaties''' ===
 
'''1968 - 1974'''<br>
::[[Lijsterbeslaan]]: open gemeentelijkgrasveld.<br>
::Geen clubhuis, omkleden in garage voorzitter, materiaalopslag in garage van de buurt.<br>
 
'''1974 - 1979'''<br>
::Grasveld bij [[RKSV Schijndel|voetbalvereniging Schijndel]].<br>
::Twee kleedlokaaltjes voor thuisclub en bezoekers.<br>
 
'''1979 -1998'''<br>
::Grasveld [[Koeveringsedijk]] 't Heike, [[Parallelweg]] langs het [[Duits Lijntje|spoor]].<br>
::Twee kleedlokalen, scheidrechterslokaal, ruimte voor materiaalopslag.
::De kantine werd beheerd door Alico, De Boemerang en Zephyr.<br>
 
'''1998 - 2016'''<br>
::Zuideinderpark: grasveld en kunstgrasveld.
::Vier kleedlokalen, twee scheidrechterslokalen, bestuurskamer, bergruimte voor materialen, toiletgroep.
::De keuken en kantine samen met Zephyr.
 
=== '''Teamfoto's''' ===
 
[[Bestand:Alico aspiranten 1 1993-1994.jpg|400px|thumb|Alico aspiranten 1 1993-1994]]
'''Alico aspiranten 1 1993-1994'''<br>
Achterste rij A: 1. Mevr. Verhoeven (sponsor), 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend, 6. onbekend, 7. Will den Otter (voorzitter).<br>
Voorste rij B: 1. Anja van der Heijden (leidster/trainster), 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend, 6. Miriam Rullen (leidster/trainster).<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico aspiranten 1 december 1995-1996.jpg|400px|thumb|Alico aspiranten 1 december 1995-1996.]]
'''Alico aspiranten 1 december 1995-1996'''<br>
Achterste rij A: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend.<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
 
[[Bestand:Alico hoofdklasse team 1986.jpg|400px|thumb|Alico hoofdklasse team 1986.]]
'''Alico hoofdklasse team 1986.'''<br>
Achterste rij A: 1. Marga Smits, 2. Marga Ulehake, 3. Chantal van der Heijden, 4. Karin Pennings, 5. Arian Pennings 6. Helma Smits.<br>
Voorste rij B: 1. Will den Otter (trainer), 2. Elvera Bissels, 3. Desiree Bolwerk, 4. Anja van der Heijden, 5. Yvonne van Helvoort.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico junioren zaalkampioen 1992-1993.jpg|400px|thumb|Alico junioren zaalkampioen 1992-1993.]]
'''Alico junioren zaalkampioen 1992-1993.'''<br>
Achterste rij A: 1. Mevr. Ria Rijkers(leidster/trainster), 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. Mevr. Mien Mutsaarts (leidster/trainster).<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico Recreanten 1995.jpg|400px|thumb|Alico Recreanten 1995.]]
'''Alico Recreanten 1995.'''<br>
Achterste rij A: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend, 8. onbekend, 9. onbekend.<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend, 6. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico recreanten 1996.jpg|400px|thumb|Alico recreanten 1996.]]
'''Alico recreanten 1996.'''<br>
Achterste rij A: 1. Henny van der Heijden (trainster), 2. onbekend, 3. Mevr. Verhoeven (sponsor), 4. Dhr. Verhoeven (Sponsor), 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend, 8. onbekend, 9. onbekend, 10. Corry van de Ven (leidster).<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend, 6. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico senioren 1 augustus 1995.jpg|400px|thumb|Alico senioren 1 augustus 1995.]]
'''Alico senioren 1 augustus 1995.'''<br>
Achterste rij A: 1. Will den Otter, 2. onbekend, 3. Ingrid Bolwerk, 4. Marga Smits, 5. Ad Verhoeven (sponsor) 6. Desiree Bolwerk, 7. Mevr. Verhoeven, 8. Jaqueline van Boxtel, 9. Peter Hof (trainer).<br>
Voorste rij B: 1. Anja van der Heijden, 2. Chantal van der Heijden, 3. Karin Cremers, 4. Elvera Bissels 5. Yvonne van Helvoort, 6. Rienneke Vorstenbosch.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico senioren 1 zaalkampioen 1997.jpg|400px|thumb|Alico senioren 1 zaalkampioen 1997.]]
'''Alico senioren 1 zaalkampioen 1997.'''<br>
Achterste rij A: 1. Will den Otter (trainer), 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend, 8. Henny van der Heijden (leidster).<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico senioren 2 zaalkampioen 1987.jpg|400px|thumb|Alico senioren 2 zaalkampioen 1987.]]
'''Alico senioren 2 zaalkampioen 1987.'''<br>
Achterste rij A: 1. Henny Bijsterbosch (coach), 2. Marga Gooyaarts, 3. Marit de Hommel, 4. Ans Vogels, 5. Thea Bijsterbosch.<br>
Voorste rij B: 1. Marga Smits, 2. Sjanel Lamers, 3. Sjanel Gevers, 4. Astrid Mauriks.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico team en jaar onbekend - 01.jpg|400px|thumb|Alico team en jaar onbekend.]]
'''Alico team en jaar onbekend.'''<br>
Achterste rij A: 1. Will den Otter, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend.<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico team en jaar onbekend - 02.jpg|400px|thumb|Alico team en jaar onbekend.]]
'''Alico team en jaar onbekend.'''<br>
Achterste rij A: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend.<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico team en jaar onbekend - 03.jpg|400px|thumb|Alico team en jaar onbekend.]]
'''Alico team en jaar onbekend.'''<br>
Achterste rij A: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend.<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico team en jaar onbekend - 04.jpg|400px|thumb|Alico team en jaar onbekend.]]
'''Alico team en jaar onbekend.'''<br>
Achterste rij A: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend.<br>
Tweede rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend.<br>
Voorste rij C: 1. onbekend, 2. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico team onbekend 1980-1986.jpg|400px|thumb|Alico team onbekend 1980-1986.]]
'''Alico team onbekend 1980-1986.'''<br>
Achterste rij A: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend, 7. onbekend, 8. onbekend, 9. onbekend, 10. onbekend.<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend 5. onbekend, 6. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
[[Bestand:Alico team onbekend 1986-1996.jpg|400px|thumb|Alico team onbekend 1986-1996.]]
'''Alico team onbekend 1986-1996.'''<br>
Achterste rij A: 1. Will den Otter, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend, 5. onbekend 6. onbekend.<br>
Voorste rij B: 1. onbekend, 2. onbekend, 3. onbekend, 4. onbekend.<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>
<br>


=='''Nieuwe industrieën op Duin I, II en III''' ==
Voor een gemeente als Schijndel is werkgelegenheid natuurlijk een belangrijk basisgegeven voor groei. In andere plaatsen in de regio zoals bv. Veghel en Uden, werden ruim voor de eeuwwisseling industrieterreinen aangelegd en nieuwe bedrijven gevestigd. Schijndel heeft dat voorbeeld uiteindelijk gevolgd en zo is op de oude woeste gronden van [[Duin]] inmiddels een scala aan kleinere en grotere bedrijven gebouwd. De Schijndelse duinen waren onder de bevolking beter bekend als ‘de Wijbossche bergen’ die verderop aansloten op de Eerdse Bergen. De oude straatnaam [[Bergstraat]] had daar zijn naam aan te danken. <br>Bescheiden begonnen met de verkoop van de eerste kavels op Duin I is Schijndel anno 2009 drie grote terreinen rijk nl. Duin I II en III, die samen met [[Molendijk]] en [[Rooiseheide]] het bedrijfsklimaat van Schijndel bepalen. Ze zijn inmiddels optimaal bereikbaar mede door de aanleg van de [[Structuurweg]] en de omlegging van de [[Eerdsebaan]]. Het gaat in totaal zo’n 1600 zelfstandige grote en kleine bedrijven. Het einde is overigens nog niet in zicht. Inmiddels is de gemeente begonnen met de voorbereidingen van het bestemmingsplan Duin IV, dat als een strook bedrijfsgrond rondom Duin II komt te liggen.
[[categorie: geschiedenis]]




<noinclude>[[categorie:Historisch feitje]]</noinclude>
<noinclude>[[categorie:Historisch feitje]]</noinclude>
<noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude>
<noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude>

Versie van 7 dec 2020 16:49

Klompenmakers en reepmakers

Met de komst van de Canadese populier neemt in Schijndel, net zoals in Liempde en Sint-Oedenrode, het aantal klompenmakers duidelijk toe. De concurrentie vanuit België was overigens halverwege de 19e eeuw niet gering omdat de Belgen hier hun klompen tegen een lagere prijs wisten te verkopen.
In 1854 telt Schijndel 13 klompenmakerijen met 60 knechten in dienst. Precies 25 jaren later zijn er al 35. In de periode 1923-1929 groeit hun aantal tot 64. In 1923 bestaan er al twee klompenfabrieken nl. die van Oerlemans en Steenbakkers.
Een doorsnee canadapopulier, met een normale lengte van 15 tot 20 meter, levert ca. 1 m3 hout, waar men ongeveer zo’n 60 klompen uit haalde. Het type klomp kon variëren want er waren mansklompen, vrouwsklompen, vijftienders, drielingen, elfkes en halfklompen.
Een ander ambacht is dat van de reepmakers of hoepelmakers, in het Schijndels dialect beter bekend als ‘ripsnijer’. Voor die hoepels gebruikte men het op de Schijndelse griendgronden groeiende wilgenhout dat men op een bepaald moment ging ontdoen van de bast het zgn. ‘blekken’. Vooral de rechte takken van de snelgroeiende katwilg waren hiervoor in trek. Deze stokken werden geschild, in de zon gebleekt en met een trekmes op lengte gesneden door de reepsnijder. De repen werden, eenmaal in bussels gebonden, vooral afgezet bij de Belgische en Pruisische kuipers, die deze repen gebruikten voor het afwerken van hun tonnen en vaten.
In 1859 telde Schijndel 30 van die bedrijven en in 1929 was het aantal gegroeid tot 52. Veel reephout werd ook gebruikt bij het maken van zinkstukken ter versterking van de zeeweringen.

Leemafgravingen en steenfabricage

In het verleden kon men in Schijndel diverse zelfgebouwde steenovens aantreffen. Bekend is o.a. de steenoven in de vorm van een ringoven uit 1903 van de Bosschenaar Suyling aan de Baksdijk. Een perceelsnaam als ‘de Steenoven’ verwijst naar die vorm van steenfabricage. In verband met de eigen huizenbouw was dit een uitkomst voor de lokale bewoners. Gezien het hoge leemgehalte van de Schijndelse bodem had men voor die steenovens de grondstoffen binnen handbereik.
Het gebied Aakendonk in het Wijbosch bleek een uitstekende plek om het leem uit de grond te halen. In 1876 wordt een kleinschalige steenfabriek opgericht door de gebroeders Tucken.
Goed 20 jaren later gaat de gemeente over tot verkoop van 12 hectaren grond op de Molenheide voor f 500,- per hectare. Jan Willem van der Elst, een steenfabrikant uit Zaltbommel, bouwt op die grond een steenfabriek met dienstwoningen en het resterende deel van de Molenheide wordt gebruikt voor leemdelving. In de volksmond noemt men het bedrijf ‘de Steenoven’, maar officieel sprak men van steenfabriek De Molenheide. Rond 1930 is de steenfabricage stopgezet en is het bedrijf omgebouwd tot een grote timmerwerkplaats. Het wordt zelfs een nevenbedrijf van het NS-bedrijf ‘Werkspoor’ in Utrecht en produceert vooral het binnenwerk voor spoorwegwagons. Na de oorlog kwam hier de houthandel van de firma Steenbakkers; nu is hier de Houtindustrie Schijndel met eigen elektriciteitscentrale.

De kaarsen van Bolsius

Waar zie je ze niet in den lande en ver buiten onze landsgrenzen, de kaarsen van de firma Bolsius kaarsenfabriek. Begonnen als een bijenwasblekerij groeit het bedrijf onder leiding van de gebroeders Lambertus en Antonius uit tot een gerenommeerd bedrijf, dat een breed assortiment kaarsen vervaardigt. Hun vader, Hendricus Bolsius, was vanaf 1843 als huisarts in Schijndel komen werken. De zoons bleken echte ondernemers. De wasblekerij was een eenvoudig bedrijfje gevestigd in de grote tuin van het ouderlijk huis, tegenover de Kluisstraat. Later is een terrein aangekocht in de Beemd aan de Kerkendijk, waar de gevel is versierd met een speciale gevelsteen uit 1870.
Het gebruik van kaarsen is al heel oud. Naast olielampen brachten ze licht in de duisternis in een lantaarn of op een kandelaar. Kaarsen uit bijenwas waren voor de gewone man te duur, maar in kerken werden ze overvloedig gebruikt.
Dat was dan ook ‘de eerste afzetmarkt’ voor de gebroeders Bolsius. Vroeger werd de bijenwas aangeleverd door de imkers in het dorp en maakte de koster van de kerk de bekende bruin-gele waskaarsen. Een moderne kaarsenfabriek heeft inmiddels aanmerkelijk meer in zijn mars dan waskaarsen voor kerkdiensten. Rond 1920 is men eigen kerkkaarsen gaan fabriceren. De gebroeders Bolsius leerden het vak van de Schijndelse koster Marinus van Liempd, wordt algemeen beweerd. In 1927 krijgt de fabriek van Bolsius zelfs het predikaat ‘Pauselijk Hofleverancier’. Later is men overgestapt op de vervaardiging van thee- en devotielichtjes en op de dag van vandaag kan men er vele modellen bewonderen ten dienste van sfeerverlichting in allerlei interieurs. In de jaren ’30 van de vorige eeuw stond de wasblekerij en de kaarsenfabriek nog bekend onder de naam ‘Alpengloei’ en had toen 90 mensen in dienst.

Kousen- en sokkenfabriek Jansen de Wit

Het vooroorlogs fabriekje van Jansen de Wit in combinatie met de borstbeelden van de drie gebroeders in het Jansenpark. Niet alleen met de kaarsenfabricage heeft Schijndel bekendheid gekregen. Er waren meer industriëlen die zich hier vestigden. De kousenfabriek van Jansen de Wit, in de volksmond beter bekend als ‘de Sok’, is een begrip binnen Schijndel en zeer veel dorpsgenoten hebben hier gewerkt. Vroeg in de 19e eeuw had de familie Jansen als kousenmakers al mensen in dienst in o.a. Tongelre, Nuenen en Geldrop. In 1915 wordt een groep Schijndelse meisjes ingewijd in de fijne kneepjes van het vak van breien op een machine. Men huurt later enkele huizen in de Kluis waar een breimachine wordt geplaatst en de ‘Schijndelse productie’ kan beginnen. Nog in hetzelfde jaar koopt men grond aan en wordt architect C.J. Chris van Liempd gevraagd een ontwerp te maken voor de eerste fabriek aan de Hoofdstraat. In 1917 start de ‘Jansen de Wit stoomkousenfabriek’. De machines uit de Kluisstraat worden naar het nieuwe bedrijf overgeplaatst en met 66 vrouwen en 4 mannen gaat het bedrijf van start.
De uitvinding van fijnere garens, eerst kunstzijde en later nylon, bracht de gebroeders Jansen ertoe nieuwe wegen te gaan bewandelen en het productieproces aan te passen. In 1936 is het aantal werknemers uitgegroeid tot 800. De Tweede Wereldoorlog [1940-1945] gooide echter roet in het eten. Bij gebrek aan grondstoffen wordt de kousenfabricage belemmert en bovendien wordt de fabriek zwaar beschadigd.
In 1948 verrijst een compleet nieuw gebouw van de inmiddels Koninklijke Kousenfabriek. De werkgelegenheid voor heel veel Schijndelse mensen was weer gegarandeerd. Maar de kousenindustrie komt onder druk te staan vanwege de concurrentie uit de lage-loon-landen en de directie gaat uiteindelijk over tot sluiting van dit prachtige Schijndelse bedrijf. In 1986 is het gehele complex gesloopt en is de productie overgeheveld naar het zusterbedrijf te Emmen. Ook dat bleek van korte duur. Wat aan de familie Jansen herinnert is het bekende Jansenpark met de borstbeelden van de drie gebroeders. Het park ligt tegenover de plek waar voorheen het fabriekscomplex was.

Nieuwe industrieën op Duin I, II en III

Voor een gemeente als Schijndel is werkgelegenheid natuurlijk een belangrijk basisgegeven voor groei. In andere plaatsen in de regio zoals bv. Veghel en Uden, werden ruim voor de eeuwwisseling industrieterreinen aangelegd en nieuwe bedrijven gevestigd. Schijndel heeft dat voorbeeld uiteindelijk gevolgd en zo is op de oude woeste gronden van Duin inmiddels een scala aan kleinere en grotere bedrijven gebouwd. De Schijndelse duinen waren onder de bevolking beter bekend als ‘de Wijbossche bergen’ die verderop aansloten op de Eerdse Bergen. De oude straatnaam Bergstraat had daar zijn naam aan te danken.
Bescheiden begonnen met de verkoop van de eerste kavels op Duin I is Schijndel anno 2009 drie grote terreinen rijk nl. Duin I II en III, die samen met Molendijk en Rooiseheide het bedrijfsklimaat van Schijndel bepalen. Ze zijn inmiddels optimaal bereikbaar mede door de aanleg van de Structuurweg en de omlegging van de Eerdsebaan. Het gaat in totaal zo’n 1600 zelfstandige grote en kleine bedrijven. Het einde is overigens nog niet in zicht. Inmiddels is de gemeente begonnen met de voorbereidingen van het bestemmingsplan Duin IV, dat als een strook bedrijfsgrond rondom Duin II komt te liggen.