Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Pastorietuin Centrum

Uit Schijndelwiki
Versie door Jan van Weert (overleg | bijdragen) op 2 okt 2020 om 17:27
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Schijndel, venster op de tuin.[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen Jos Keulens Commentaren op het Nieuwe Testament en Constituties en Decreten staat Het handboek der moderne bijenteelt van Schotman-Wedmore. Sprekender taal dan die van de boekenkast in een pastorie is haast niet denkbaar. Theologische studieboeken en een praktische handleiding voor de teelt van een schepsel Gods staan gebroederlijk naast elkaar op één plank: teken voor de geest die ademt in de Schijndelse pastorie en haar tuin.

Pastoor Van Sleeuwen ontving Karin van Dongen – van Lawick (schrijfster van het boek over pastorietuinen in Nederland - 1989) in de zitkamer van de grote voorname pastorie uit 1836. Door een breed vensterglas van de later aangebouwde serre aanschouwden ze eerst de tuin van binnenuit. De achtergevel werd in 1944, bij het doortrekken van de geallieerden, zo beschadigd door beschietingen, dat deze na de oorlog geheel vernieuwd moest worden. Bij die verbouwing werd de serre er aangezet. Misschien heeft deze aanbouw het achteraanzicht van de pastorie niet verfraaid, maar het grote venster, tot laag bij de grond, biedt een schitterend uitzicht op de tuin.

Alsof de natuur dit zelf wilde bevestigen, zagen ze vlakbij een grote bonte specht tegen de stam van de sierappel gedrukt. Tikkend met de snavel in de bast zigzagde hij omhoog, de rode pet als kleurrijk signaal. Het is heel stil in deze tuin achter het grote huis. Zwart glanzende kipjes met een parmantige haan scharrelen vrij rond. Het is een wonder dat ze de tuin niet omwoelen.

Alle bloemen die er bloeien, getuigen van de zorgzame pastoorshand: IJslandse papavers in doorzichtig teer oranje, paarsblauwe Campanula’s, witte margrieten, pluimen van de geitebaard, gele en roze Rudbeckia en veel hemelsblauwe Tradescantia. Wilde rozen groeien ongebonden her en der, terwijl de struikrozen in een park hun vaste vorm behouden.

Ondanks schaarse vrije tijd werkte de pastoor met liefde in zijn tuin, die hij helemaal zelf onderhoudt. Tuinarchitect G. Bleeker, in zijn tijd een zeer gezien tuinontwerper, heeft deze tuin in 1930 aangelegd. Enige veranderingen hebben sindsdien plaatsgevonden, wat niet anders kan in een levende tuin, maar in grote lijnen is de aanleg gebleven. Het terrein is hellend; bij het huis het hoogst en naar achteren toe afdalend.

Op de honderdjarige rode beuk achterin de tuin zien ze vele granaatwonden afgetekend, welke stammen uit de oorlogstijd. De wonden zijn goed geheeld. De pastoor laat zien hoe ze vlak na de oorlog werden behandeld. Van resten aluminium uit oorlogsmateriaal had men gootjes gemaakt, die in de gewonde plekken werden gestoken. Hierdoor liep het regenwater niet rechtstreeks de wonden in en werd rotting tegengegaan. Eén zo’n gootje steekt nog goed zichtbaar boven uit de stam. Het heeft geholpen, want de boom ziet er gezond en sterk uit.

Achterin is eens een moestuin geweest. Nu is het een verwilderde dromerige plaats, volgegroeid met frambozen en aalbessen. Een mooi gevormde kerseboom geeft ieder jaar rijkelijk vruchten. Voor de aardigheid is er een “Pater van den Elsen van de Norbertijnen”- appeltje aangeplant. Pater van den Elsen was medeoprichter van de boerenbond. De appel is naar hem genoemd, maar de vrucht heeft weinig smaak.

Rijk voorzien van bloesemde takken in de lente, Buxus voor Palmpasen en groen het gehele jaar door, is de pastorietuin leverancier voor de natuurlijke versiering in de kerk. Met Pasen wordt er in de kerk zelfs een hele vijver aangelegd. De pastoor koopt daarvoor wel eens mooie coniferen, die hij na het paasfeest in de tuin plant. Vroeger werkte de koster in de kerk met plastic bloemen. Maar met de komst van pastoor Van Sleeuwen werd daar snel een eind aan gemaakt. “De Lieve Heer kun je niet bedonderen, waar Hij zelf bij is”.

Voor de pastorie loopt een hekwerk en daarachter is de stoep. Vroeger was die stoep smaller en de voortuin breder. Maar moeders met kinderwagens pasten niet op de weinige tegelrijen en moesten over de straat gaan. Omdat dit in de tegenwoordige tijd te gevaarlijk is, heeft de gemeente de stoep verbreed, zodat de tuin is versmald. Burgemeester Scholten heeft deze verkleining goed gemaakt door een rij leilinden langs de voorzijde van de pastorie te laten planten. De lindebomen en het sierlijke hekwerk dragen in hun vorm het rechtlijnige stijlvolle oude huis.