Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Heilige Familie

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Broederschappen

Een uiting van het Rijke Roomsche Leven waren de vele broederschappen. Vooral na 1850 maakten die een snelle bloei door. In Schijndel had je onder andere het:

  • Broederschap van de Levende Rozenkrans,
  • Aartsbroederschap van het Allerheiligste en Onbevlekte Hart van Maria,
  • Broederschap van de Sint Pieterspenning.
  • Aartsbroederschap der Heilige Familie.

De bekendste was ongetwijfeld van de Heilige Familie die in Schijndel in 1861 werd opgericht. Nagenoeg elke man was daar lid van. Voor jongens was er de Kleine Heilige Familie. Het doel van de broederschappen was het verrichten van werken van de “godsvrucht”, om in termen van toen te blijven spreken. In de praktijk kwam het er veelal op neer dat op geregelde tijdstippen bij elkaar werd gekomen om te bidden, te zingen en het aanhoren van een preek. Voor het lidmaatschap van de verschillende broederschappen was men een klein bedrag verschuldigd. Het varieerde van 1 cent tot een dubbeltje per maand. Elke maand werd het contributiebedrag huis aan huis opgehaald. Het geld van de Sint Pieterspenning werd aangewend tot ondersteuning van de “Heilige Stoel” te Rome. De gelden van het Broederschap van de Levende Rozenkrans werd bestemd voor missen voor de leden.

Elke broederschap had zijn eigen godsdienstige activiteit. Zo werd door de Heilige Familie jaarlijks een bedevaart naar Handel gehouden, waaraan massaal werd deelgenomen. Onderweg werd er volop gezongen. Men ging er in 1905 zelfs toe over om een speciaal liedboek daarvoor te laten drukken.
“Eenige godvruchtige Gezangen ten dienste der Heilige Familie van Schijndel bij gelegenheid van hare bedevaart naar O.L.V. van Handel”

De regeling van zaken binnen de Heilige Familie was in handen van zogenaamde prefecten. Elke prefect was verantwoordelijk voor een bepaalde wijk. Wanneer iemand wegbleef van de bijeenkomsten van de Heilige Familie moest hij dat doorgeven. Een prefect was ook een tussenpersoon naar de Sint Vincentiusvereniging toe. Door zijn huisbezoek kreeg hij immers een indruk of een gezin in (redelijk) goede doen was of armoede leed. Wanneer dat laatste het geval was, dan was ondersteuning via de Sint Vincentiusvereniging mogelijk. De prefecten waren op die manier dus een soort controleurs. De prefecten waren gewoonlijk ook belast met het ophalen van de Sint Pieterspenning. Dat was weliswaar een andere broederschap, maar doordat zij in hun wijk huis aan huis kwamen kon dat in een moeite mee doorgaan.