U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Firma Gebr. Schellekens
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 1: | Regel 1: | ||
== '''Firma Gebr. Schellekens<ref>Heemblad Rond die Cluse 2021-1, jaargang 28, bladzijden 15 en 16</ref>''' == | == '''Firma Gebr. Schellekens<ref>Heemblad Rond die Cluse 2021-1, jaargang 28, bladzijden 15 en 16</ref>''' == | ||
[[Bestand:P02967.jpg|400px|thumb|Boschweg 54-56]] | [[Bestand:P02967.jpg|400px|thumb|Boschweg 54-56]] | ||
Het is niet louter toeval te noemen dat de gebroeders | Het is niet louter toeval te noemen dat de gebroeders Jan, Cor en Toon Schellekens hebben getracht in de bouwnijverheid een bestaansmogelijkheid te vinden. Het metselaarsbedrijf was al lang een familietraditie. Hun over-overgrootvader [[Adrianus Schellekens (1773 – 1841)|Adriaan Schellekens]], geboren in 1773, en hun overgrootvader [[Joannes Schellekens (1807 – 1843)|Johannes Schellekens]], geboren in 1807, die in 1825 in de [[Vogelenzang]] te Schijndel woonden, staan in het bevolkingsregister van dat jaar vermeld als metselaar. Volgens de familieoverlevering heeft hun overgrootvader in 1837 de Schijndelse [[Molen Catharina|windmolen]] aan de [[Hoofdstraat]] gebouwd. Zulks wordt bevestigd door de molenaar [[Johannes Cornelius Nefkens (1878 - 1964)|Jan Nefkens]]. Enige tijd geleden vertelde Nefkens ons, dat, toen zijn woonhuis in het jaar 1900 door [[Leonardus Schellekens (1836 – 1913)|Leonardus Schellekens]] en zijn na te noemen zonen werd gebouwd, hij te weten kwam dat ook de molen in 1837 door dezelfde familie was gebouwd. De bouwer kan niemand anders geweest zijn dan de overgrootvader Johannes Schellekens. De grootvader, de genoemde Leonardus Schellekens, geboren in 1836, verrichtte hoofdzakelijk onderhoudswerkzaamheden. Hij had drie zonen, namelijk Jan, geboren in 1864, Adrianus (Janus, geboren in 1869), en [[Marinus Schellekens (1871 – 1951)|Marinus]], geboren in 1871. Het waren bekwame en ook in de verre omgeving als zodanig bekend staande vaklieden. Van de twee eerstgenoemden is bekend dat ook het bouwen van fabrieksschoorstenen voor hen geen probleem was. De familieoverlevering zegt dat zij dergelijke schoorstenen bouwden voor de voormalige [[Steenfabriek De Molenhei|steenfabriek “De Molenheide”]] te Schijndel, in de omgeving van Zwolle en in het Ruhrgebied. Het metselwerk van de kerk te Overasselt werd mede door hen gemaakt. De eerste steen van die kerk, welke is gebouwd onder architectuur van Carles Weber, werd gelegd op 11 juli 1890. Mogelijk zijn deze twee gebroeders geen onbekenden geweest van Lambertus van Esch (geboortig van Schijndel), de toenmalige pastoor aldaar. | ||
De jongste broer Marinus, de vader van de huidige firmanten, leed een zwaar verlies toen zijn broer Janus in 1899 in de orde der Kruisheren en Jan, in 1901, in de congregatie der Karmelieten traden. Marinus was dus genoodzaakt het metselaarsbedrijf alleen voort te zetten. Hij verrichtte het zogenaamde klantenwerk en verder de nieuwbouw, zoals hier ter plaatse toen het gebruik was, in samenwerking met de patroontimmerman. Op deze wijze is door de tegenwoordige firmanten nog verschillende jaren doorgewerkt. Zodra de bevrijding een feit was, werd met volle energie aangepakt. Eerst het zogenaamde noodherstel, daarna het definitieve herstel van oorlogsschade en de herbouw. Tevens werden er ook spoedig noodwoningen gebouwd onder andere in de [[Bunderstraat]], welke al in 1945 werden opgeleverd. Het grootste gedeelte van de woningbouwcomplexen op de Hoevenbraak en naaste omgeving, met inbegrip van de kerk, pastorie en een school, is door hen uitgevoerd. Ook buiten Schijndel bouwden zij vele woningen onder andere in Boxtel, Sint-Michielsgestel en Uden. Als een greep uit de vele door hen aangenomen werken mogen worden genoemd het [[Sint Barbaraklooster II|Sint Barbaraklooster]] te Wijbosch, bejaardencentrum te Berghem, een gedeelte van de winkelpanden in het “hart” van Schijndel en de toren met twee traveeën en doopkapel aan de [[Boschwegse kerk]]. | De jongste broer Marinus, de vader van de huidige firmanten, leed een zwaar verlies toen zijn broer Janus in 1899 in de orde der Kruisheren en Jan, in 1901, in de congregatie der Karmelieten traden. Marinus was dus genoodzaakt het metselaarsbedrijf alleen voort te zetten. Hij verrichtte het zogenaamde klantenwerk en verder de nieuwbouw, zoals hier ter plaatse toen het gebruik was, in samenwerking met de patroontimmerman. Op deze wijze is door de tegenwoordige firmanten nog verschillende jaren doorgewerkt. Zodra de bevrijding een feit was, werd met volle energie aangepakt. Eerst het zogenaamde noodherstel, daarna het definitieve herstel van oorlogsschade en de herbouw. Tevens werden er ook spoedig noodwoningen gebouwd onder andere in de [[Bunderstraat]], welke al in 1945 werden opgeleverd. Het grootste gedeelte van de woningbouwcomplexen op de Hoevenbraak en naaste omgeving, met inbegrip van de kerk, pastorie en een school, is door hen uitgevoerd. Ook buiten Schijndel bouwden zij vele woningen onder andere in Boxtel, Sint-Michielsgestel en Uden. Als een greep uit de vele door hen aangenomen werken mogen worden genoemd het [[Sint Barbaraklooster II|Sint Barbaraklooster]] te Wijbosch, bejaardencentrum te Berghem, een gedeelte van de winkelpanden in het “hart” van Schijndel en de toren met twee traveeën en doopkapel aan de [[Boschwegse kerk]]. |